Blustoestellen en brandslanghaspels dienen conform NEN 2559, NEN-EN 671-3 en NEN 2659 jaarlijks onderhouden en gecontroleerd te worden op veiligheid en inzetbaarheid.
Naast de brandblussers voor de basis beveiliging kan men aanvullende brandblussers plaatsen voor bijzondere risico’s zoals machines, computerruimtes, schakelkasten en dergelijk. Hiervoor zijn alle type blustoestellen toegelaten, dus ook kleinere brandblussers en koolzuursneeuwblussers.
De plaatsing van een brandblusser
Het is van belang dat een brandblusser altijd goed bereikbaar is, dus niet achter een deur ophangen. Tevens is het verstandig om blussers eventueel te voorzien van passende beschermhoezen of kasten.
Uw brandblusmiddelen moeten altijd zijn voorzien van pictogrammen, zo dat in geval van calamiteiten het duidelijk is waar welk blusmiddel hangt. Deze pictogrammen moeten voldoen aan de NEN3011.